Ik stap Glede for Livet binnen in mijn mooie zomerjurk, deze draag ik alleen op deze avond, ieder jaar weer. Het is 23 juli de trouwdag van mij en mijn grote liefde Kjell. Helaas ga ik vanavond voor de 15de keer alleen. Het is alleen helemaal vol en dat ben ik totaal niet gewent. Ik loop naar de inchecktafel en vraag om een tafel voor 1. De gastvrouw is driftig aan het zoeken, want ze herkent me en excuseert zich.
Alle goden wat is het hier druk. Ik was expres niet op de Zuidas gebleven en ook niet naar de binnenstad gegaan. Nederland speelt tegen Duitsland vanavond in het Johan Cruijff stadion. Hij had gehoopt dat een onbekend restaurant als de Glede for Livet wel rustig zou zijn. Helaas sta ik nu naar de achterkant van een uitgebloeide chrysant te kijken. Ga naar je plek voor dat je laatste blaadjes vallen, denk ik. Op dat moment komt de gastvrouw terug. Ik spreek haar meteen aan: “Graag een tafel voor 1 en als het kan in een rustig stuk.” De chrysant draait zich om. “Pardon meneer, ziet u mij soms over het hoofd?’ Ik kan me oren niet geloven. Man met een duur maatpak en denkt overal voorrang te krijgen. Nou mooi niet. De gastvrouw schraapt ongemakkelijk haar keel. “We kunnen u beide aan dezelfde tafel plaatsen.”
Tegelijkertijd flappen we eruit. “Jullie laten je gasten toch niet zomaar met vreemden dineren?” Oké, deze dame mag dan wat ouder zijn, maar het is geen katje om zonder handschoenen aan te raken. “Het spijt me zeer, dit is voor nu de enige optie en anders een andere avond.” Wederom in koor “Nee.” Vol verbazing kijken we elkaar aan. Dan moeten we er maar het beste van maken. We worden door Saskia voorgegaan naar een kleine ronde tafel, achter in het restaurant. Het leek meer op een 1 persoonstafel dan een tweepersoons. Laat ik maar de galante heer zijn en me tussen de tafel en de muur wurmen, anders gaat die vrouw nog naar huis met een drie dubbele hernia. Ik hang mijn colbert over de stoel en maak mijn stropdas wat losser. Eindelijk kan ik weer wat vrijer ademen, tot zover deze benauwde hoek dat toestaat.
Wat is dit voor tafel die die jonge meid me aanbiedt? Ze kan niet weten hoe belangrijk deze dag en avond voor mij is. Hoe dan ook, deze avond kan je alleen aan mensen aanbieden die volop in de roze wolk leven. Zuchtend ga ik zitten, want dit voelt voor het eerst niet als het herdenkingsetentje van mijn geweldige leven met Kjell. Ik neem plaats op de stoel en meteen stoten mijn knieën al tegen die van de zakenman tegenover me. Zachtjes mompel ik “Sorry”, maar ik vraag me af hij me gehoord heeft. Hij lijkt zo gespannen en gestrest. Zodra we beide goed zitten wordt er een karaf water gebracht, een mandje brood en kruidenboter. Ik smeer netjes en zuinig een broodje en bied het botermesje aan de man tegenover me aan. Vol ontzag kijk ik toe hoe hij 3 broodjes ruim besmeert en op zijn bord neerlegt en zijn eigen glas vult en de karaf terug zet. “Hoef je geen manieren te kennen op kantoor.” Dit wordt beloond met een zware boze blik en diepe zucht.
Lieve help, gaat die oude bes nog lopen zagen ook. Ik heb de hele dag geen tijd gehad om te eten, dit is bijna het eerste normale voedsel wat ik zit, mag ik? Met een snelheid die normaal niet bij mij past, prop ik de drie broodjes achter elkaar naar binnen. Dit kan veel goeds gaan betekenen voor het hoofdgerecht. Het ontzag en het misprijzende uiterlijk van de vrouw voor me kan ik niet langer aanzien. Ik voel me langzaamaan opgejaagd worden. Alle stress van het werk, de kans op een mogelijke scheiding en nu dit pietluttige gezeur is de druppel. Iets te wild sta ik op om voor haar ook wat broodjes te smeren, op haar bord te leggen en water in te schenken. Ergens heeft ze gelijk. Een galante man zou dat inderdaad gedaan, die had zichzelf niet eerst volgepropt zoals ik zojuist heb gedaan. Terwijl ik omhoog kom begint het tafeltje vervaarlijk te wiebelen. In mijn onderbuik voel ik al dat dit niet goed gaat aflopen. Hoe verder ik omhoog kom, hoe verder de tafel richting de vrouw overhelt. Ik heb het gevoel dat er geen weg meer terug is. Dit is het begin van een catastrofe. Zodra ik volledige sta, geschiet hetgeen wat ik in mijn stoutste dromen niet had kunnen bedenken.
Ik leg net mijn servet al vast klaar op mijn mooie zomerjurk. Het is zonde als deze vies wordt er vlekken in komen die er nooit meer uitgaan. Oh Kjell, wat was je toch verzot op deze jurk. In gedachten ben ik bij mijn overleden man en heb niet direkt in de gaten dat de vreemde man opstaat en de hele tafel meeneemt. Met veel geweld en gewicht valt de gietijzeren bistro-set, met alles wat er op stond over me heen. Mijn jurk is doorweekt van al het water uit het karaf, maar ook het glas en het kleine vaasje. Wat alleen nog erger is. De prachtige mooie jurk is besmeurd met kruidenboter en de kaars die op tafel stond, heeft een grote schroeiplek achtergelaten op de jurk. Hij is voor altijd verloren. Precies op het 3de lustrum.
Vol afschuw kijk ik naar de oude dame op de grond. Ze is zeiknat, zit onder het eten, haar jurk is kapot en ze ziet er zo hulpeloos uit. Ik sta letterlijk met mijn handen in het haar. Ik wil met mijn gezicht tegen de muur rammen. Alleen, wie heeft daar wat aan? Als ik me omdraai zie ik dat ze ontroostbaar huilt. Wat heb ik gedaan? Voorzichtig ga ik door mijn hurken en rijk mijn hand naar haar uit. Deze slaat ze boos weg en geeft te kennen dat ik mag oprotten. Bij de bar laat ik, na het betalen, al mijn gegevens achter. Mocht de vrouw zich toch bedenken, kan ze altijd nog contact met me opnemen. Ik pak mijn colbert en loop het restaurant uit. De 3 broodjes kruidenboter voelen nu aan als 3 bakstenen, wat ben ik toch een eikel. Walgend van mezelf ga ik huiswaarts, kijken welke rampspoed me daar te wachten staat.
Iedereen komt op me afgerend. De gastvrouw, de ober, de vreemde man (welk ik meteen duidelijk maak dat hij moet oprotten) en de eigenaar van het restaurant. Ik zit op de grond als een klein kind te huilen. Terwijl de andere de tafel van afhalen, met een natte doek deppen op de schroeiplek op mijn jurk. Ondertussen is de gastvrouw vochtige doekjes gaan halen om de meeste boter te kunnen verwijderen van mijn jurk. Het is alleen al te laat. Deze jurk zal nooit meer zijn wat het was, zal nooit meer betekenen wat het betekende. Voorzichtig kom ik overeind. De restauranteigenaar heeft een taxi voor me besteld en geeft aan dat het op zijn kosten is. Hij houdt de deur voor me op. “Ga maar lekker naar huis. Neem lekker een douche of bad, dan knapt u vast weer op. U bent dan in ieder geval weer lekker thuis.” Ik kan het hem niet kwalijk nemen dat deze woorden me juist zoveel pijn deden. 23 juli is de avond van Kjell en mij. Die is me vanavond door een vreemde ontnomen. Voor mij is er nog maar 1 thuis…………..
Wat vind je van mijn nieuwste korte verhaal? Dit is een heel ander soort verhaal dan Koning Ragnor, wat spreekt je meer aan? Ben je benieuwd naar meer verhalen als Nog een tafel vrij?
Follow my blog with Bloglovin
Header is van Photo by Ehud Neuhaus on Unsplash
Leave A Reply